Wanneer je als bedrijf dagelijks met zo’n 50 vrachtauto’s in Amsterdam rondrijdt, voel je je extra verantwoordelijk om mee te werken aan een uitstootvrije stadsdistributie. Sligro, marktleider als leverancier aan de horeca, zet volop in op elektrisch rijden. “En wij zijn ook in staat om de vrachtwagens vol te krijgen”, zegt Yvonne Poels, manager transport bij Sligro. Toch ziet de horecaleverancier nog wel wat verbeterpunten.
Vorig jaar heeft Sligro 25 elektrische vrachtwagens aangeschaft, bovenop de 11 uitstootvrije vrachtwagens die het bedrijf al had rijden. “Dit jaar voegen we er nog eens 25 aan toe. Dat betekent dat we nu heel snel toegaan naar 100% elektrische belevering in Amsterdam”, zegt een besliste Poels. “We willen zo min mogelijk gebruik maken van de wettelijke overgangsregeling.”
Sligro wil koploper zijn. Dat past bij de duurzame ambities van Amsterdam. Poels: “Natuurlijk vergt het veel investeringen maar van een marktleider mag je verwachten dat die voorop loopt en niet achterover leunt en aankijkt wat er gaat gebeuren.” Sligro heeft vorig jaar niet voor niets in een paar regio’s, waaronder Amsterdam, een deel van de vervoersactiviteiten naar zich toegetrokken, iets wat voor die tijd volledig was uitbesteed. “Naast meer grip op het vervoer en een herkenbaar gezicht naar onze klanten is het dé manier om te kunnen versnellen in duurzaamheid.”
Tekst loopt door onder foto
Net als bij veel andere organisaties is ook bij Sligro de netcongestie een zorgpunt. Ze zijn met deze transitie al heel wat jaren bezig. Het laadplein dat de horecaleverancier heeft aangelegd voorziet in genoeg stroom voor de elektrische vrachtwagens die Amsterdam inrijden. Poels: “Maar als we met de vrachtwagens die de regio ingaan ook overstappen naar elektrisch, is een uitbreiding van de netaansluiting nodig. Dat gaat pas lukken in 2028. Dat zet de plannen van Sligro onder druk.”
Bier en bitterballen
De ambities van Amsterdam stoppen niet bij een schone stad. In een zogeheten koersdocument, “Amsterdam maakt ruimte”, schetst wethouder Melanie van der Horst een veel autoluwere en groenere stad waarin kinderen veilig op de fiets naar school kunnen gaan. Poels heeft moeite met de term autoluw waar het gaat om de logistiek. “Je wilt bier en bitterballen maar je hebt liever niet dat ze gebracht worden. Er moeten zoveel goederen de stad in, die komen er niet vanzelf”, wil de manager transport maar zeggen.
Heeft de logistiek dan geen opgave in de groeiende stad waar het steeds meer vastloopt als we niets doen? Het onmiddellijke antwoord is: “Zeker wel! Het is aan ons om de auto’s zo vol mogelijk de stad in en uit te laten gaan. Met de grote hoeveelheid klanten zijn wij daartoe goed in staat. Omdat Amsterdam zijn kades en bruggen moet ontzien, doen we een proef waarbij we aan de rand van de stad de goederen overslaan van grote vrachtwagens in kleine elektrische voertuigjes.”
Sligro ziet voorlopig geen heil in vervoer over water. Althans, niet voor belevering van de horeca. “We hebben meegedaan aan een pilot. Je hebt de goederen zes keer in handen voordat ze op de eindbestemming liggen terwijl onze stadshub op zeven kilometer van het centrum ligt. Dat is verbranden van capaciteit. Als logistiekeling denk je dan: dat is zonde en niet handig”, aldus Poels.
Behoefte aan meer flexibiliteit
Sligro ziet meer winst in beperking van het aantal voertuigbewegingen wanneer haar klanten zich wat flexibeler opstellen in de aflevertijdstippen. Je hebt situaties waar in één straat een kroeg zit en een cateraar die op totaal verschillende tijden hun waren geleverd willen hebben. “Wij zijn dan dus twee keer in die straat. Je moet eigenlijk met elkaar een beweging zien te vinden dat je in zo’n straat maar één keer hoeft te zijn. Dat vraagt meer flexibiliteit.” Poels geeft nog een ander voorbeeld, van een bedrijf dat het niet zit zitten om producten in vier dagen in plaats van vijf dagen te ontvangen. “Omdat ze alleen met de meest verse producten willen werken. Ik kan je vertellen: de producten worden er niet minder vers om, maar ja… je wilt zo’n klant houden, dus ga je erin mee. Het is aan de overheid om te zorgen voor een gelijk speelveld.”
Verandering van mindset ziet Poels niet alleen bij haar klanten als oplossing. “Er moet wat veranderen in BV Nederland, dat geldt niet alleen voor de horecaleveringen. Het geldt ook voor ons allemaal als consument. Vandaag bestellen we schoenen hier en morgen een jurkje daar. Je zou daar een overheidscampagne over het bestelgedrag van consumenten op moeten zetten. Dat gaat verder dan Amsterdam. Klanten zijn vaak gewend om iedere dag een beetje te bestellen. Dat is niet efficiënt en niet duurzaam.
Tekst loopt door onder foto
Wegtrein
De wereld van de horecaleverancier ziet er over tien, twintig jaar in Amsterdam idealiter op een aantal fronten anders uit volgens Poels: “We rijden helemaal zero emissie, stroom is geen probleem, we hebben uitgebreidere venstertijden, hopelijk al eerder dan over tien jaar. Wij leveren vooral in de nacht en hebben voor de rolcontainer een geluidsvriendelijk alternatief bedacht. Over tien jaar hebben we de politiek ondertussen kunnen overtuigen van de meerwaarde van de elektrische wegtrein waarmee we op dit moment alleen nog in Den Bosch goederen afleveren. Voor de logistiek zijn speciale aanleverroutes want we willen nog steeds bier en bitterballen.“