Pantar is het grootste sociaal ontwikkelingsbedrijf in de regio Amsterdam. Het biedt werk aan ruim 3000 mensen met een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’. Door een beperking kunnen zij niet zonder begeleiding aan de slag. We spreken er met Leon Jurres, die als adviseur voor het wagenpark (in totaal 250 voertuigen) de overgang naar elektrisch vervoer verzorgt.
De deadline voor uitstootvrij goederenvervoer in de stad nadert snel. Pantar rijdt nu, begin 2023, voor 20 procent elektrisch en breidt in fases uit. “Wij zitten met ons werk, en dus ook met ons vervoer, grotendeels binnen de ring A10. Qua goederen moeten we daarom in twee jaar naar nul emissie,” zegt Leon Jurres.
De aanpak van de overgang is gebaseerd op een afstudeeronderzoek. Het is gedaan door een stagiair Qendrim Salihu. De kernvragen: “Hoeveel kilometers maken onze verschillende categorieën voertuigen per dag? Welke actieradius hebben ze nodig om zonder onderbreking dóór te kunnen werken, als dat moet? En wat blijft er over van het bereik wanneer je een factor als kou meerekent? Want kou kan de werking van een accu tot wel 50 procent verminderen. Heb je dat allemaal in kaart, dan kun je beginnen.”
Verkeersles met elektrische voertuigen
Voor de verdere elektrificering van Pantars zestig bestelbusjes ziet Leon geen problemen. “Die rijden tussen de 75 en 150 km per dag, en het aanbod van elektrische bestelbussen is groot. Maar dat ligt anders met onze 120 wagens voor groenonderhoud en reinigingswerk op straat. Die hebben een dubbele cabine voor de begeleider, medewerkers en materiaal. En op het chassis (het onderstel van een motorvoertuig) moet een grote bak kunnen voor het afval. Die elektrische variant is nog in ontwikkeling. Zodra deze op de markt is, waarschijnlijk eind 2024, kunnen we ook dat deel van onze vloot gaan vervangen. De deadline van 1 januari 2025 halen we dan niet, maar gelukkig mag je tot eind 2027 nog met euro-6-diesels de uitstootvrije zones in”
Een flinke actieradius kan bij die werkvoertuigen beslist geen kwaad. “Ze zijn meestal de hele dag door in wijken bezig, en dan moet er maar net een goede laadpaal in de buurt zijn. Ook moeten ze tussendoor snel heen en weer om hun lading afval te lossen.” Wat meehelpt, is als medewerkers zo zuinig mogelijk elektrisch leren rijden. Daarvoor heeft Pantar een speciale rijschool ingeschakeld. “Want je wint natuurlijk veel energie terug door een rustiger rijstijl. Werknemers van Pantar kunnen vaak slecht tegen veranderingen, maar ze waarderen nu wel degelijk het stille en ‘automatische’ van een elektrisch voertuig.”
Dynamisch laadplein
Intussen werkt Pantar flink door aan een oplossing voor de laadbehoefte, die met de elektrificering meegroeit. Want wat het onderzoek óók uitwees: eind 2023 heeft Pantar te weinig laadcapaciteit op het eigen terrein om in 2028 volledig elektrisch te rijden. Levering van meer stroom zit er voorlopig niet in. “Maar we kunnen wél de huidige capaciteit beter benutten. Kijk, nu is het nog zo dat vanaf 16.30 uur alle auto’s staan te laden. Dan bereiken we algauw ons plafond, maar tussen 0.00 en 08.00 zit een enorm dal. Een dynamisch laadplein, waar wij naartoe willen, springt daarop in. Je schakelt al je auto’s aan, en een energiemanagementsysteem (EMS) zorgt ervoor dat ze om beurten geladen worden, zodra er ruimte is. EMS bestaat al. Het kijkt waar de energiebehoeftes liggen en reguleert de toevoer. Nieuw is alleen dat je het systeem ‘slimme’ palen laat aansturen die met uitstel kunnen werken. Die gaan aangestekkerde auto’s pas laden als ze opdracht krijgen.” Het wachten is nu op de offertes. Het zal wel wat kosten, denkt Leon, “maar: het is goeddeels een eenmalige uitgave. En straks kunnen wij ons hele wagenpark laden zónder dat we onze netcapaciteit hoeven uit te breiden!”