Elektrische Jongens volop in bedrijf

Delen

VHC Jongens is een voorloper met inmiddels zes elektrische vrachtwagens. Ruim een jaar geleden startte de horecaleverancier een pilot met de eerste 7,5 tons vrachtwagen. Deze is uitermate geschikt gebleken om in Amsterdam de kroegen en restaurants te bevoorraden. De redactie van Logistiek020 was nieuwsgierig naar de ervaring en reed een ronde mee door de hoofdstad.

Dit artikel is geschreven door Hans van den Berg

Afbeelding: VHC Jongens aan het uitladen aan de Willemsparkweg

Als ik ’s ochtend om 7.00 uur op de vestiging van VHC Jongens in Oostzaan aankom, is chauffeur Sander van der Beek al druk  in touw met het laden van zijn vrachtwagen. “Neem maar even een kop koffie, ik ben nog een kwartiertje bezig”, zegt hij met een alles behalve Noord-Hollands accent. Ondertussen loop ik door de enorme lo0dsen waar duizenden horecaproducten metershoog staan opgeslagen en waar orderpickers met rolcontainers richting de vrachtwagens rijden. Ik had me niet gerealiseerd dat VHC Jongens zo’n groot bedrijf is.   

“Je moet wel een zekere omvang hebben om die investeringen in elektrische vrachtwagens te kunnen doen”, zegt Ed Vleugel, manager transport bij VHC Jongens. “Je betaalt ruim drie keer zoveel ten opzichte van een dieselwagen en dat kun je niet simpelweg één-op-één aan je klanten doorberekenen. Je moet het als een investering in de toekomst zien. De prijzen van die trucks gaan op een gegeven moment wel omlaag. Aan de andere kant moet iedereen zo direct zijn spullen elektrisch laten bezorgen. Dat creëert een gelijk speelveld”, aldus de nuchtere transportmanager die ook een maatschappelijk duit in het zakje doet: “Het moet. Als we vrolijk blijven doorstoken op diesel gaat de wereld naar de ratsmodee.”

Build Your Dreams

De vrachtwagen waarin ik straks mee ga rijden was niet snel gevonden twee jaar geleden, vertelt  Vleugel. “Wij zochten 7,5 tons wagen voor in Amsterdam vanwege de kwetsbare kades en bruggen. We konden aanvankelijk helemaal niks in die gewichtsklasse vinden. De grote vrachtwagenfabrikanten maken vooral wagens in een zwaardere categorie. Een carrosseriebedrijf waarmee wij zaken doen, wees op de fabrikant BYD – Build Your Dreams. We zijn gaan kijken en hebben een rondje met de kleine vrachtwagen gereden. We waren eigenlijk best positief. Ja, het is Chinees maar wat is niet Chinees tegenwoordig? Het zit goed, het rijdt goed.”

En dat merk ik als ik even later in de ‘droom op de weg’ zit. Ontspannen stuurt de van oorsprong Doetichemse Van der Beek de vrachtwagen de snelweg op, richting Amsterdam. Inmiddels is hij er ook enthousiast over. “Elektrisch rijden doe je op de kermis”, dacht de Achterhoeker aanvankelijk maar het rijdt echt fijn, moderner, erkent hij. Natuurlijk is het geluid opvallend. Geen ronkend geluid van een zware dieselmotor maar een licht zoemende toon van een elektromotor.

En dat is oppassen geblazen. Want je hoort hem niet aankomen. “De claxon gebruik je in deze vrachtwagen vaker dan in een diesel. Ik raak eraan gewend en hou er rekening mee dat mensen me niet horen aankomen”, zegt Van der Beek. Een ander voordeel is de grootte van deze vrachtwagen. Hij is klein en ideaal om in de Amsterdamse smallere straten te komen.

De eerste stop is bij het hoofdkantoor van Picnic aan de Van Marwijk Kooystraat. De motor blijft aan want als je de auto uitzet gaat de koeling na een aantal minuten ook uit. “Ja, dat is een verbeterpuntje. Je wil niet dat de koeling uitgaat want dan gaan je spullen kapot”, zegt Van der Beek. En qua stroom is het geen probleem. “Met de vier losadressen red ik het gemakkelijk”.

Tekst loopt door onder foto

Afbeelding: Chauffeur Sander van der Beek

Spontaan inhouden

Na bestellingen afgeleverd te hebben op sportcomplex De Toekomst en in de Johan Cruijff Arena gaan we naar Oud-Zuid. Onderweg schrikt Van der Beek door een spontane inhouding van de vrachtwagen. “Wat is dat nou weer? Dat heb ik niet graag op de snelweg”, mompelt de bestuurder. “Ik ben een tijdje geleden ook al ’s een keer weggesleept in de IJ-tunnel. Dat heb je liever niet op zo’n plek.”  Gelukkig herstelt de BYD nu weer uit zichzelf en kunnen we onze weg probleemloos voortzetten naar onze laatste stop: restaurant George W.P.A. aan de Willemsparkweg.

Daar staan we wel even omdat er zeven rolcontainers via het restaurant naar binnen gereden moeten worden, drempeltje op, slalommen tussen de tafeltjes door en de kratten één voor één naar de keuken brengen. Ik help een handje mee waardoor mij de hoge kwaliteit van de groentes opvalt. Daarna is onze vrachtwagen leeg en gaat Van der Beek weer zo snel mogelijk richting de basis in Oostzaan waar een andere vrachtauto geladen op hem staat te wachten. Dat ritje terug gaat minder snel dan hij had verwacht want door de stad rijden gaat inmiddels heel langzaam. We hoeven ons nog geen zorgen te maken over de stroom. De batterij staat pas op 50%. “Dat is gemiddeld wel zo’n beetje het verbruik”, zegt Van der Beek. “Het laagste is wat ik over heb gehouden was 22%. Dat was een route met relatief veel kleinere bestellingen.”

Abeelding: VHC Jongens aan de Willemsparkweg

 Duitse zware jongens

Terug in Oostzaan wacht Ed Vleugel me op. “Rijdt goed, toch?” Ik wil van hem nog weten wat de investeringsplannen zijn want met een wagenpark van ruim 100 vracht- en bestelauto’s is er nog hele elektrificatieweg te gaan. “We zijn redelijk vroeg ingestapt”, aldus Vleugel. “We zijn de pilotfase voorbij. Naast de drie 7,5 tons hebben we ook drie 19 tons vrachtwagens rijden. Die zijn allemaal gewoon in bedrijf. Nee, die zwaardere jongens zijn niet Chinees maar Duits: Mercedes.” Over een paar maanden volgt een nieuwe 7,5 tons: een Mitsubishi Fuso. Voorlopig moet de horecaleverancier de lichtere klasse uit Azië halen.

En ook een bedrijf van 500 medewerkers kan niet ongebreideld investeren: naast de gestage ingroei van elektrische vrachtenwagens in het wagenpark worden, zolang de overgangsregelingen het toelaten, ook nog nieuwe diesels aangeschaft. Vleugel: “Met een afschrijvingstermijn van zo’n 6 jaar zijn we op tijd klaar om Amsterdam in 2030 volledig elektrisch van eten en drinken te voorzien. En zoveel eerder als mogelijk. We hebben een bedrijf te runnen dat veel monden moet voeden”, zegt hij met een knipoog.